Scroll Top

PORTFOLIO

RON

(Tekst: Annemieke Houben, fotografie: Arjan van den Berg. Gepubliceerd in het Parool)

'Ik wou nooit oud worden eigenlijk'

De zonnige wind in zijn haar, hashpijpje in zijn hand, neemt Ron een flinke slok uit zijn pak multivruchtensap. Net gekregen van twee Marokkaanse meisjes. Zijn trainingsjasje van Fred Perry geeft hem een soort studentikoze hipheid. “Oh,” bloost hij, “die heb ik maar gevonden hoor.”  Ron heeft filosofie gestudeerd, eind jaren 70. Hij voelde zich alleen steeds depressiever worden, en stopte na twee jaar. Begin jaren 80 raakte hij verslaafd;  “Ik woonde toen bij een jongen in huis, en zijn broer spoot vaak. Op gegeven moment wilde ik dat ook wel eens proberen. Dus begon ik ook. Om je problemen te vergeten, weetjewel.”

Om de drugs te kunnen betalen stal hij boeken, en verkocht ze voor een kwart van de prijs door aan handelaren. “Op een goedkope dag moet je wel voor 150 Euro boeken jatten. Door de drugs heb ik zo’n 160 antecedenten bij de politie. Maar nooit voor grote dingen. Altijd diefstal ofzo, of flessentrekkerij.”

In de gevangenis was het moeilijk om drugs te scoren, meestal was er alleen maar methadon. Een alternatief was het roken van gedroogde bananenschillen; de ‘mellow yellow.’ “Niet dat ik daar iets van merkte, maar je moet toch wat.”

Inmiddels is hij al een tijd afgekickt, hoe lang precies weet hij zelf niet meer. Af en toe mist hij het wel, maar hij beseft dat het beter voor hem is.

De nieuwe spil van zijn leven is zijn grote liefde: Nicole van de Maretak. Niet zomaar een bloedmooie vrouw, maar ook nog eens fotomodel geweest in New York en achtergrondzangeres. De laatste keer dat ze elkaar gezien hebben kan Ron zich niet meer zo goed herinneren, maar ze spreken elkaar nog wel vaak. Op telepathische basis ja, dus zo regelmatig nou ook weer niet. Brieven schrijft ze nooit.En telefoneren doet ze ook niet. Zijn tandeloze mond trekt een mysterieuze glimlach van oor tot oor. “Soms komt ze wel eens in de buurt, dat ze langs me loopt, en dat ze me dan even later in gedachten zegt: ‘Heb je me gezien? Waarom heb je niks gezegd?’ maar ja... ze kan ook van vorm veranderen.”

Als Nicole niet komt gaat het slecht met hem. Zijn eerste zelfmoordpoging was toen hij, net verslaafd, voor de rechter moest komen voor winkeldiefstal. “Ik ben toen voor de trein gaan staan, maar ook weer weggelopen. Daarna heb ik het nog vaak geprobeerd. Met stroom, een koord, en ik heb een hele fles spiritus opgedronken. En ik ben bij mijn moeder van driehoog uit het raam gesprongen. Toen hebben ze me in het AMC weer netjes in elkaar gezet.” Inderdaad zit zijn magere lichaam vol met littekens en loopt hij een beetje mank. Toch is en lijkt hij, trekkend aan zijn pijpje, niet ontevreden met zijn leven. “Ja, je doet het ook niet zomaar. Voordat ik sprong heb ik wel 5 minuten nagedacht, op de vensterbank bij mijn moeder thuis. Ja, dat heb ik gelukkig ook weer overleefd. Misschien heeft het zo moeten zijn, dat het mijn tijd nog niet was.  Ik wou nooit oud worden eigenlijk, maar 44 is nog niet zo oud. Ik ben blij dat het achter de rug is. Ik hoop dat het nog wat wordt. We zullen het beste er maar van maken. Het enige wat ik momenteel kan doen is afwachten.’’ Een adempauze, dan gaan zijn gedachten weer terug naar Nicole: “Of het waar is, dat is dus het punt, of ik niet gewoon hersenspinsels heb, dat ze niet bestaat ofzo...Het is in ieder geval een echt persoon geweest, of ze nu nog leeft is een tweede.”

Peinzend kijkt hij voor zich uit en herhaalt mompelend; “Het enige wat ik nu kan doen is afwachten...”●

Leave a comment