PETER
‘Jimi Hendrix was great!’
“Yeah, Jimi Hendrix was great!” zegt Peter, 63 en straatmuzikant, onder een brug in het Vondelpark. Naast hem staat een grote gitaarkist, en een zak met blikjes bier. Zijn kleurige wollen pet geeft hem een vleugje rasta, en zijn Engelse accent is moeilijk te plaatsen als hij vertelt over zijn muzikale invloeden. Hij herinnert zich de begintijd van de rock ‘n roll nog: “Al die mensen uit alle hoeken van de wereld die samen muziek maakten met versterkers en electrische gitaren! Ik wist meteen: Dit ga ik doen! Ik was een van de eerste muzikanten die op festivals optraden, podia waren nog zeldzaam. Op een festival vroeg een vriend me of ik die gitarist die gitaar speelde met zijn achterste al gezien had. Ik kon wat ik hoorde en zag bijna niet geloven.”
Als kind had hij niet gedacht dat hij muzikant zou worden: zijn idee was dat hij het bouwbedrijf van zijn vader zou overnemen, en voor altijd in Zuid Afrika, zijn geboorteland, zou blijven. Het apartheidsregime besliste echter anders: Zijn vader was Europeaan, en zijn moeder kleurlinge. Begin jaren 50 werd Peters woonwijk verboden voor kleurlingen, waarop hij van het ene op het andere moment naar Engeland emigreerde met zijn moeder. “Ik herinner me nog dat we plotseling naar de haven van Kaapstad gingen, we op een boot stapten en wegvoeren. Ik vroeg me nog af waarom onze hond zo raar deed. Die leek zich wel te realiseren dat ik in het vervolg in Engeland zou wonen.” Als gekleurde man uit Zuid-Afrika voelt hij geen enkele rancune tegen de mensen die het apartheidssysteem in stand hielden. “Dat waren niet alleen de blanken, maar ook de zwarten zelf.” denkt hij. “Apartheid zit in mensen, niet in kleuren.”
In Engeland studeert hij later aan the London School of Economics, “Om opgeleid te worden tot zakenman” glimlacht hij. De vrijheid en de individualiteit van de muziekscene wonnen het echter van geld en zekerheid. Op het moment heeft hij geen thuis. “Tot voor kort woonde ik in een monumentaal pand in Dordrecht, maar dat is gesloopt voor dure kantoren. Het was een prachthuis, en monument, maar je weet hoe dat gaat...” Peters gezicht krijgt even iets verbetens, maar zonder sympathie te verliezen. Slapen doet hij meestal in een busje, en overdag is hij graag buiten: “Ik houd van de buitenlucht, zo houd je contact met wat er gebeurt in de wereld.”
Ondertussen zwaait een deftige man met een hond uitgelaten naar Peter. Het lijkt wel of het halve park hem kent. “Ja, als je ergens vaker zit leer je de mensen toch kennen. veel mensen vinden het fijn om even met je te praten als ze hun hond uitlaten.” Dat zijn trouwens bijna nooit de mensen die geld geven; 80 procent van zijn inkomsten komt van toeristen. “Ik denk dat dat is omdat muziek de grenzen van taal en nationaliteit overschrijdt. Zelfs als je de taal niet spreekt, en de muzikant niet ziet, voel je de invloed van muziek. Daarom is muziek voor mij het ultieme communicatiemiddel.” ●