IWAN
'Iwan maakt geen joke'
“Er valt geen druppel regen vandaag, er valt geen druppel regen vandaag!” roept Iwan tegen de passerende auto’s en marktbezoekers. De eerse druppels vallen. “Berend Botje ging uit varen, met zijn scheepje naar Zuidlaren...” Hij is druk in de weer met zijn mondharmonica, en ontregelt met zijn vrije hand het verkeer. Het een imposant gezicht: een donkere man van bijna twee meter met enorme witte bakkebaarden en een grote leren hoed die uit volle borst een kinderliedje zingt.
Even later zit hij op een bankje in de buurt. In een bonte mengeling van zinnen en liedjes vertelt hij zijn levensverhaal. “Lang verhaal, maar ik maak het een kort verhaal. Lang en kort! Ik woon nu al 30 jaar in Nederland, mijn eerste dochter is hier geboren. We hebben vaak in het Sarphatipark gewandeld, en eendjes gevoerd.., ‘Alle eendjes zwemmen in het water, valderalderiere valde... Alle eendjes.. ZO! Weet je... Wat is de hoofdstad van Australië?”
Iwan komt uit Suriname, en is de jongste uit een gezin met 9 broers en 4 zussen: “Ik was altijd een moederskindje, ja echt mamma's kindje. Mijn vader heb ik wel gekend, maar ik was bang voor die klootzak.” Op zijn zeventiende moest hij werken in een psychiatrische inrichting. 'Dat heeft me veranderd. 17 jaar oud, ik was nog jong. Ze gooiden met brood uit een mandje naar kinderen. Alsof het beesten waren. I’m not making a joke. Ik zei: 'I'm not going to accept this! Dankzij mij eten ze nu gewoon in een restaurant. Dat heb ik, Iwan, gedaan!” Hij emigreerde naar Canada, en in de jaren 70 naar Nederland. Hij ontmoette zijn vrouw, en kreeg daar twee kinderen mee. Ondertussen loopt er een vriend van Iwan langs: ‘You say goodbye, I say hello, Hello Hello! I don’t know why you say goodbye... Ik ken de mensen hier allemaal, iedereen kent mij, en ik ken ze ook allemaal. Ik woon hier ook al 30 jaar. Mijn oudste dochter is nu advocate, meester in de rechten” vertelt hij trots. “Ik hou van jou, alleen van jou... Wat is de hoofdstad van Suriname?”
Iwan heeft geen huis meer in Amsterdam en slaapt meestal in het park, soms bij vrienden. Met zijn familie heeft hij niet zoveel contact meer, af en toe hoort hij nog iets van zijn broer.
“Mijn broer zegt tegen me: Iwan, hoe kan je zo overleven? Niet iedereen kan buiten leven. Toen heb ik mijn broer uitgenodigd om een avond te komen, om mee te maken hoe het leven van een dakloze is. Mijn motto is: 'Zoekt en gij zult vinden.' Het is de waarheid, de WAARHEID!” Zijn stem slaat over. “Verkouden, verkleumd; dat is de waarheid. In containers vind je dekens en truien. Noem allemaal maar op. Ik heb andere daklozen gevraagd waar ze vandaan komen. Uit de hemel. Dat is de waarheid! Dat is geen joke. Iwan maakt geen joke!”
Zijn enorme witte bakkebaarden boezemen ontzag in, ook als hij even de andere kant opkijkt en niets zegt. Met zijn leren hoed lijkt hij op een Wildwest-indiaan.
“Weet je wat ik het mooiste vind? Ik schrijf een boek, ik ben bezig met mijn autobiografie. Mijn levensverhaal. Het gaat 'Leven van een dakloze' heten. Nee. Eehhm... 'Mijn levensverhaal. Van Iwan.' Iwan denkt even na en komt tenslotte met 'Iwans levensverhaal' Hij is tevreden en knikt instemmend. Even lijkt hij zich te bedenken, maar blijkt met andere dingen bezig te zijn: “Wat is de hoofdstad van Canada? Ottawa!”●